112 p- 25 JUNI 1915. „Tengevolge van de toenemende stijging der kolen- „prijzen, mede in verband met den heerschenden kolen- „nood, is het noodzakelijk, dat middelen worden aan gewend, om het gasverbruik van particulieren tot de „geringst mogelijke proportion terug te brengen. „Wat den kolennood aangaat, zij opgemerkt, dat de „aanwezige voorraad, niet alleen aan onze gasfabriek, „maar overal elders hier te lande, zeer gering is en „dat aanvoer uit het buitenland (Duitschland en Enge land) niet in die mate plaats heeft, dat in de naaste „toekomst eene voldoende kolenreserve kan worden „gevormd. „Ook op leveringen volgens vroeger afgesloten con tracten kan in deze buitengewone tijdsomstandigheden „niet worden gerekend. „Waar onze gemeente uitsluitend eene steenkolengas- fabriek exploiteert, en derhalve in eene veel ongun stiger positie verkeert dan de gemeenten, die tevens „in het bezit zijn van een electrisch bedrijf of van „eene steenkolengasfabriek met water gas i nr icli fin gzijn „ingrijpende maatregelen noodzakelijk. „Ten einde in den heerschenden kolennood te voor tien, is in voorbereiding de oprichting eener onder linge kolen-reserve-maatschappij, welke zich ten doel „stelt de kolenvoorraden zooveel mogelijk aan te vul- „len, hetgeen wellicht zal moeten geschieden door het „betrekken van steenkolen uit Amerika of andere on tijdige landen. „Het zal dus wel geen betoog behoeven, dat het be trachten van de meest mogelijke zuinigheid bij het „kolen- en tevens gasverbruik een gebiedende eisch is „en dat de prijzen der gaskolen in de naaste toekomst „eene belangrijke verhooging zullen ondergaan. „Waar verder het belang der openbare orde en de „veiligheid voor het verkeer medebrengt, dat de 1 hans

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 112