14 JULI 1915. 131 's avonds uit te draaien, 't Is te begrijpen, dat de ko lenhandelaars daarvan trachten te profiteeren. Alleen hier op het stadhuis scheen men daarvan niet over tuigd te zijn. Wat betreft de aanbieding van den heer M a s i o n te Dordrecht, wenscht spreker hier uitdrukkelijk te ver klaren, dat hij dien heer niet kent en ook met hem in geenerlei relatie heeft gestaan. Komende tot het voorstel van burgemeester en wet houders, merkt spreker op, dat de heer Van Hui ten de vraag, of de toestand sinds 25 Juni zoodanig is veranderd, dat we nu 25 in plaats van 1 aandeel moeten nemen, heel goed is gesteld. Daarvoor zal de gemeente dan moeten beginnen met 'te storten f47500. Spreker staat verbaasd over de groote warmte, waar mede alles, wat de Kolenreserve-maatschappij betreft, hier wordt behandeld. Trekt men een parallel tussclien de wijze, waarop de voorstellen der provinciale elec- triciteits-maatschappij hier zijn ontvangen en de manier, waarop aan de wenschen der kolenreserve-maatschappij wordt tegemoet gekomen, dan valt daarbij1 wel een aan merkelijk verschil te constateeren. Burgemeester en wet houders haasten zich, om te doen, wat de Kolenreserve- maatschappij vraagt zij hebben zich bang laten ma ken door berichten in de nieuwsbladen. En toch is de provinciale electriciteits-maatschappij alleen opgericht in het algemeen belang, wat niet kan gezegd worden van de kolenreserve-maatschappij. Deze maatschappij is aan spreker dan ook niet sym pathiek. Z ij, en z ij alleen, is de oorzaak van het abnormale opdrijven der kolenp.rijzen in de laatste weken. Nadat in eene bijeenkomst van 28 Juni gebleken was, dat de toezeggingen tot deelneming niet van dien aard waren, dat de maatschappij met succes zou kunnen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 131