136 j/J 14 JULI 1915.
toegelicht. De heer Van Iers el zal aanstonds nog
nadere gegevens bijbrengen en aantoonen, waar de ge
meente aan lager prijs terecht kan dan bij de Kolen-
reserve-maatschappij
De heer VAN 1ERSEL wenscht, alvorens over te
gaan tot mededeeling van eene nadere offerte, het een
en ander in het midden te brengen over de wijze, waar
op getracht is, hem in een bespottelijk daglicht te stel
len. Het is gemakkelijk, zegt spreker, eene offerte, zoo
als door hem in de vorige vergadering gedaan, in het
belachelijke te trekken en te trachten hem een bespot
telijk figuur te laten slaan, zooals men gaarne zou ge
zien hebben. Doch dan had men in de stukken ook de
volle waarheid moeten zeggen. Men had moeten zeggen,
dat er eene schriftelijke offerte was ontvangen van den
heer Z i m m e r m a n n uit Duisburg, doch dat deze
ten antwoord heeft gekregen, dat men niet op zijne offerte
zou ingaan, wijl burgemeester en wethouders meenden
betere koopen te kunnen doen. De heer Zimmer-
m a n n is geen leurder en spreker zou wel eens wil
len weten, met welk recht en op welken grond men
dien man aldus betitelt.
Dat de heer K a m e r b eek, agent in kasregisters,
daarbij als bemiddelaar is opgetreden, daarover behoeft
men zich in deze tijdsomstandigheden niet te verwon
deren. Spreker kent wel een diamanthandelaar, die
thans handel drijft in cacao en heeft ook gehoord van
een burgemeester, die zaken doet in aardappelen en
schoenen.
Als er dus sprake is van eene bespottelijke figuur
slaan, dan moet dit eerder gezegd worden van het ge
meentebestuur, dat in Juni plotseling tot de ontdekking
komt, dat er in dezen tijd nog slechts een kolenvoor-
raad is voor drie weken. In dezen tijd, waarin men
niet weet, voor welke verrassingen en moeilijkheden men