14 JULI 1915.
155
Leiden, Tilburg en dergelijke plaatsen. Spreker heeft
nog voor zich een bericht uit een der dagbladen over
Arnhem. Daar verwacht men, dat de toestand eerder
slechter dan beter zal worden en zijn burgemeester en
wethouders gemachtigd om voor f 100000.deel te ne
men in de Kolenreserve-maatschappij. Als zulke ge
meenten ons het voorbeeld geven, moet men zich daar
aan spiegelen.
De heer LIJDSMAN kan zich, na hetgeen hij heden
avond heeft gehoord, wel vereenigen met het voorstel
van burgemeester en wethouders om deel te nemen in
de Kolenreserve-maatschappij, doch zou het kwamtum
willen verminderen tot 1500 ton. Eenige reserve acht
spreker wel noodig.
De heer SMITS zegt, dat door den heer S t u 1 e-
m e ij e r is medegedeeld, dat het kolenverbruik in Ne
derland bedraagt 5 millioen per jaar, waarvan 2 mil-
lioen ton voor de gasfabrieken. De Kolenreserve-maat
schappij heeft reeds in België beslag gelegd op 200000
ton. Dat is 1/10 gedeelte van het benoodigde en dus
eene reserve voor 6 weken. Daarover behoeft men niet
zoo geringschattend te spreken.
De VOORZITTER stelt thans, namens burgemeester
en wethouders voor, om het getal aandeelen, waarvoor
zal worden deelgenomen in de Kolenreserve-maatschappij
terug te brengen van 25 op 20, recht gevende alzoo
op 2000 ton in de reserve.
Dit voorstel, aldus gewijzigd, wordt in stemming ge
bracht en aangenomen met 13 tegen 6 stemmen.
Vóór stemden de heeren Fr. Smits, B o m, mr.
W. IngenHousz, Sassen, Staal, Lijds-
m an, J. M. IngenHousz, Z ij 1 m a n s, Loo-
m a n s, Reigersman, Teychiné, Bloe-
marts en de voorzitter.