168 14 AUGUSTUS 1915. lingsschool voor meisjes, en waarop zijn geplaatst do heeren 1°. B. A. G. v a n M a a n e n, hoofd eener school te Raalte, 2°. B. H. van Roo ij, hoofd eener school te Kaatsheuvel, en 3°. Th. J. Potters, hoofd eener school te Roo sendaal. De heer ZIJLMANS zegt, dat het zijne aandacht heeft getrokken, dat geen enkel onderwijzer van Breda op deze voordracht is geplaatst. Spreker wenscht daar om te vernemen, wat hiervan de oorzaak is en wie de voordracht opmaakt. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat het opma ken de.r voordracht geschiedt overeenkomstig de bepa lingen der wet en dat burgemeester en wethouders zich niet bewust zijn, dat door de niet-plaatsing van een stadgenoot op de voordracht, daarop niet de besten zouden voorkomen. De heer ZIJLMANS meent, dat in Breda toch ook wel geschikte krachten zijn, om aan het hoofd eener school te worden geplaatst. Hierdoor ontgaat aan de Bredasche onderwijzers elke kans om promotie te ma ken, hetgeen spreker betreurt. De VOORZITTER zegt, dat men uit de voordracht allerminst moet opmaken, dat onder de Bredasche on derwijzers geene uitstekende krachten zouden zijn, maar hot is alleen de vraag, of de voorgedragenen niet beter voor de taak geschikt zijn. De heer VAN HULTEN wijst erop, dat zijn stand punt in deze genoegzaam bekend is, zoodat hij daarop

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 168