7 SEPTEMBER 1915. 195 dag voor een gewoon soldaat en 30 cent per dag voor een korporaal, terwijl een sergeant ruim f. 40.per maand geniet, maar er zit toch eenige onbillijkheid in. Daarom zou spreker in overweging willen geven, om aan gehuwden en kostwinners uit te betalen 75% en aan anderen 25% van hunne wedde of loon. De VOORZITTER zegt, dat de redactie van art. 2 mogelijk aanleiding heeft gegeven tot eenig misverstand. Het is echter de bedoeling, dat niet de geheele bezol diging, doch alleen de vaste wedde in mindering zal strekken. Ter verduidelijking hiervan geven burgemees ter en wethouders in overweging om achter het woord bezoldiging in art. 2 nog toe te voegen het woord wedde. De heer VAN HULTEN begrijpt het verschil nog niet. De militairen beneden den graad van sergeant ge nieten een vaste soldij. De heer STULEMEIJER licht de zaak nader toe en wijst erop, dat alleen in mindering wordt gebracht de vaste wedde, wat de militairen daaronder verstaan, dus niet de toelage, die een onderoificier geniet voor ver blijf buiten zijne garnizoensplaats of onder welken an deren vorm ook. De heer VAN HULTEN kan zich wel met de toe lichting vereenigen, mits burgemeester en wethouders in gevallen, als er onbillijkheid zou ontstaan, ook be reid zijn deze weg te nemen, waartoe de verordening aanleiding geeft. Zonder verdere bedenking wordt alsnu de o'ntwerp-verordening goedgekeurd met bijvoe ging van het woord wedde in art. 2 der ver ordening.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 195