De secretaris,
De voorzitter,
m
198
7 SEPTEMBER 1915.
die nogal van ingrijpenden aard is en daarom zou spre
ker daarmede willen wachten, totdat er een nieuwe
burgemeester is, die zich dan met het vraagstuk kan
bezighouden.
De heer MERKELBACH VAN ENKHUIZEN respec
teert deze zienswijze, doch vergunt zich de opmerking
om te verklaren, dat deze vraag verband houdt met
eene beslissing van den raad van '21 October 1911, be
krachtigd in de zitting van 16 Maart 1912. Het geldt
dus slechts de uitwerking van eene vroeger genomen
beslissing, zoodat men niet zal kunnen zeggen, dat
spreker voorbarig is of iets onredelijks vraagt.
De VOORZITTER zegt, dat deze zaak volstrekt niet
in den doofpot is, maar de tijden veranderen. De bur
gemeester had de zaak in studie en was in onderhan
deling met de busdoctoren. Men zoekt naar eene goed-
koope regeling met eene vrije doctorskeuze voor allen.
De heer STULEMEIJER wenscht zioh niet beschouwd
te zien als deel uitmakende van een zoogenaamd cabi
net d'affaires. Het ligt in sprekers bedoeling, om alle
zaken, die urgent zijn, met den meest mogelijken spoed
af te doen, onafhankelijk of er een burgemeester is
of niet.
De VOORZITTER is het hiermede eens, voor zoover
het onderwerpen betreft, die urgent zijn, maar het is
niet zijne bedoeling, om principiëele vraagstukken, die
niet urgent zijn, overhoop te halen.
De VOORZITTER sluit alsnu de vergadering.