•206 9 OCTOBER 1915. Het mag verwacht worden, dat zij de zaak met bekwa men spoed zal afhandelen. De heer ZIJLMANS zegt, dat hij geen wantrouwen koestert tegen eene commissie, doch acht het wensche- lijk, dat de zaak in zoo kort mogelijken tijd wordt afgedaan. De heer BROOS is het eens met den voorzitter, wat betreft het benoemen eener commissie. Spreker wil ech ter de benoeming aan den raad overlaten en het aantal commissieleden terugbrengen tot drie. De heer BLOEMARTS voelt hier wel wat voor en vindt eene commissie van drie leden ook voldoende. De VOORZITTER had het beter gevonden de com missie uit vijf leden te doen bestaan, doch als de raad zulks wenscht, bestaat er bij hem geen bezwaar de com missie tot drie leden terug te brengen. Zonder verdere bedenking wordt alsnu be sloten het hiervoor bedoelde adres te stellen in handen eener commissie van drie leden tot onderzoek en rapport. Bij de hierop gevolgde stemming blijkt, dat tot leden van bovengenoemde commissie zijn benoemd de heeren Bloemarts, Van I e r s e 1 en L ij d s m a n, die op de desbetreffende vraag des VOORZITTERS zich bereid verklaren de benoeming aan te nemen. 7. Adres van het bestuur der vereeniging tot op richting, inrichting en instandhouding van een Roomseh Katholieke Leesbibliotheek en Openbare Leeszaal al hier, daarbij verzoekende aan die vereeniging eene jaar- lijksche subsidie van f 1000.te willen toekennen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 206