9 OCTOBER 1915.
215
ren aankoop van grondstoffen. De inkomsten van het
bedrijf worden er door gedrukt. Men kan de winst van
de gasfabriek niet missen.
De vraag, in hoever het winst maken uit bedrijven
billijk of gewenscht is, wil spreker in het midden la
ten. Dat is een beginselkwestie. Maar de financiën der
gemeente zijn ernaar geregeld en men is aan die winst
gewoon geraakt. Spreker begrijpt daarom de bezwaren
tegen het voorstel niet. Andereplaatsen zijn voorgegaan.
Uit de stukken is gebleken, wie de grootste gasver-
bruikers zijn. Daaronder zijn er velen, die niet of
slechts voor een gering gedeelte in den hoofdelijken
omslag getroffen kunnen worden. Men moet niet gaan
tornen aan de winsten, die jaarlijks uit de bedrijven
worden gemaakt. Dat is - eene vaste bron van inkom
sten, waarop men moet kunnen rekenen.
Eene verhooging van den gasprijs met 20% acht
spreker alleszins billijk in verband met de hooge kolen-
prijzen. Het zou te betreuren zijn, als de gemeente de
winst uit de gasfabriek gedeeltelijk moest missen en
naar andere bronnen van inkomsten zou moeten uitzien.
De hee,r KLUFT komt op tegen het motief, dat men
aan de winsten is gewoon geraakt. Dat is geen reden
om het voorstel te steunen. Verschillende menschen, die
zaken doen, waren ook aan bepaalde winsten gewoon,
doch in deze tijdsomstandigheden is daarin voor velen
eene verandering gekomen. Behalve de zoo even ge
noemde belastingen zou men ook belasting kunnen hef
fen op riolen, uithangborden en ander gebruik van ge
meentegrond, zooals ook elders wordt geheven.
De heer VAN IIULTEN vereenigt zich met de ziens
wijze van den heer Van Iers el, ook om practische
redenen. De lijst der grootgasverbruikers, die bij de
stukken was gevoegd, vindt spreker eenigszins mislei-