9 OCTOBER 1915.
219
uitgemaakt, dat het niet ongeoorloofd is, om uit de be
drijven winst te halen.
Nu kan men het tekort wel op den hoofdelijken om
slag leggen, doch de ondervinding, vooral in andere
gemeenten, heeft geleerd, dat een hooge hoofdelijke om
slag nadeelig werkt en vertrek uit de gemeente tenge
volge heeft. Waar het hier een noodtoestand geldt, al-
zoo slechts eene tijdelijke verhooging van den gasprijs,
acht spreker die verhooging volkomen billijk.
Door den heer Z ij 1 m a n s is gevraagd, waarom
juist 20% wordt geheven en niet meer of niet min
der. Op deze vraag antwoordt spreker, dat men met
die 20% aan het beoogde winstcijfer zal komen. Wel
zijn de kolen aanmerkelijk duurder, doch daartegenover
staat ook eene meerdere ontvangst van de cokes, die
eveneens in prijs gestegen zijn.
Den heer Van Huiten geeft spreker toe, dat le
kleine winkeliers en ook particulieren door de verhoo
ging worden getroffen. Maar we moeten allemaal be
zuinigen. Wij doorleven thans een moeilijken en cri-
tieken tijd, zegt spreker. Iedereen moet zich thans op
offeringen getroosten. Onbillijkheden zullen er blijven
bestaan. Het voorstel kan nooit zoo gemaakt worden,
dat het iedereen bevredigen zal. Een groote billijkheids-
grond is echter hierin gelegen, dat nu ook de ven
nootschappen en groote lichamen worden getroffen van
wie op andere wijze niets te halen is.
De heer STULEMEIJER wenscht zijn stem tegen het
voorstel van burgemeester en wethouders te motivee-
ren. Spreker geeft volmondig toe, dat het een goed en
sterk argument is, wat de heer Bloemarts het
hoofdargument noemde, dat nu ook het Rijk en ver
schillende vennootschappen worden getroffen. Eveneens
geeft spreker toe, dat het billijk is, dat zij, die van