220 9 OCTOBER 1915. Breda profiteeren, daarvoor ook betalen. Het is voor hen een stukje belasting. Daar is dus wel wat voor te zeggen. Maar men moet ook niet uit het oog ver liezen, dat zij de grootste klanten zijn en op het eind van het jaar al een goed stuk winst binnenbrengen. Spreker is tegen het voorstel, omdat hij meent, dat het niet aangaat tegen de belastingbetalers te zeggen er was gerekend op eene winst van f 100000.doch wegens de hooge kolenprijzen kan die winst niet ge maakt worden, er komt nog een f 25000.tekort en nu moeten de verbruikers die som maar bijeenbrengen, om zoodoende aan het winstcijfer van f 100000.te komen. Het zijn theorieën, als men zegt, dat er een nood toestand zal heerschen. Alle kolen voor dit jaar zijn aangevoerd het is bekend wat de exploitatie kosten zal en er zal nog winst genoeg gemaakt worden. Ja renlang zijn e,r tonnen winst uit de gasfabriek geko men. Daartoe hebben vooral de grootverbruikers het hunne bijgedragen en nu kan spreker het niet recht vaardig vinden, om hetgeen dit jaar aan de winst ont breekt, uitsluitend op de gasverbruikers te verhalen. Spreker meent dan ook, dat het niet aangaat, om nog over dit jaar den gasprijs te verhoogen. In de verga dering van de gascommissie heeft spreker zich even eens tegen dat voorstel verzet. Op het feit, dat men ook in andere gemeenten den gasprijs heeft verhoogd, kan men zich niet beroepen. In Leiden b.v. heeft mr. Aalberse, die een groot tegen stander is van gasbelasting, toch vóór de verhooging van den gasprij(S gestemd. Doch dat kwam, wijl de gas fabriek daar nooit groote winsten heeft gemaakt. Hier is zij altijd eene melkkoe voor de gemeente geweest. Het strijdt dus tegen sprekers gevoelen, om nog dit jaar tot de voorgestelde verhooging over te gaan. Na

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 220