228 9 OCTOBER 1915. Over de kwestie van loonsverhooging valt thans niet te spreken. Daartoe zal men andere tijden moeten af wachten en totdat daaromtrent definitieve voorstellen zullen worden gedaan. Ook behoeft men niet bevreesd te zijn, dat het voor stel veel geld zal kosten. Zooals het thans luidt, zal het de gemeente hoogstens op een paar duizend gulden komen te staan. De heer Fr. SMITS zegt, dat hem vooral ééne zaak heeft gefrappeerd, n.l. de bewering, dat bij een week loon van f 16.er vrees bestaat, dat er een tekort is. Als dat zoo aangenomen wordt, kunnen verschillende werkgevers hier ter stede hun bedrijf wel opdoeken. Spreker moet daartegen protesteeren, ook uit naam van den ambtenaar en zoo menigen kleinen man, die de belasting moet opbrengen. Ook betwist spreker, dat er een noodtoestand zou heerschen. Er zijn gezinnen, die met f 9.a f 10.per week behoorlijk kunnen rondkomen en andere, die aan f 16. niet genoeg hebben. Daarom diende elk geval afzonder lijk te worden beoordeeld. Als dat kon geschieden, zou spreker er geen bezwaar in zien, om desnoods twee maal f 2000.te geven, maar niet in den blinde aan allen, die f 800.verdienen. Er is op gewezen, dat er zoovele particuliere pa troons zijn, die een toeslag op het loon hebben gege ven. Maar deze doen dat uit bijzondere winsten, die zij in dit jaar gemaakt hebben. Aan spreker zijp ver schillende werkgevers bekend, die met heel veel moeite hun werkvolk aan den gang houden en die hen met heel wat minder weekloon naar huis moeten sturen. Dit is het eerste belangrijke voorstel uit een nieuw college. Het doet daarom eenigszins vreemd aan. Waar die heeren pas aan het werk zijn, hebben zij blijkbaar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 228