9 OCTOBER 1915. 231 Nog heeft de heer Smits de opmerking gemaakt, dat het gemakkelijk genoeg is, om over eens anders beurs te beschikken, doch onder punt 15 van de agenda komt eene aanvrage voor van Breda's Mannenkoor, om eene subsidie van f 750.— ten einde feest te kunnen vieren. Spreker geeft liever f 2000.— aan arme men- schen, dan f 750.om feest te vieren. De heer BLOEMARTS is het volkomen eens met de heeren Sassen en Smits. Spreker wijst erop, dat de kwestie niet zuiver is gesteld. In het voorstel wordt wel beweerd, dat er gebrek geleden wordt, maar dat is niet onderzocht. Men weet het dus niet en uit de dis- cussiën is het evenmin gebleken. Spreker acht zich niet verantwoord, gelden uit de gemeentekas te nemen, om daarmede eene zekere categorie van menschen te steu nen, zoolang niet vaststaat, dat er ook werkelijk ge brek is. Daarenboven dwingt men als 't ware op die wijze de particuliere werkgevers, om hetzelfde te doen of den loonstandaard te verhoogen, zonder te vragen, of het wel lijden kan. Nu is het een feit, dat in deze tijdsomstandigheden bijna iedereen zich in zijne uitgaven moet beperken. De grooten zoowel als de kleinen. De mindere man is daarvan echter nog niet genoegzaam doordrongen. Zij kunnen zich nog moeielijk onthouden van genoegens en wanneer ze hiertoe genoopt worden, vragen ze liever een toeslag op het loon. Als er werkelijk geholpen moet worden, dient eerst te worden onderzocht of het nood zakelijk is. Met het beginsel, zooals dat in het voorstel is uitgedrukt, kan spreker echter niet medegaan. De heer ZIJLMANS zal stemmen tegen het voorstel omdat hij het geheel eens is met de bezwaren, door ue heeren Sassen en Bloemarts in. het midden gebracht.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 231