9 OCTOBER 1915. 233 mIngekomen is het hierbijgaand adres van liet Be- stuur der Koninklijke Zangvereeniging Breda's Man nenkoor alhier, verzoekende aan die vereeniging eene „tegemoetkoming uit de gemeentekas te verleenen van „f 750.—, ten einde haar in staat te stellen het gouden „jubileum op eene waardige wijze te kunnen vieren. „Ofschoon wij ten volle sympathiseeren met het stre- „ven der vereeniging en met groote waardeering er kennen het vele goede en nuttige, dat Breda's Man nenkoor, zoowel op sociaal terrein als op het gebied „van liefdadigheid, in het belang van Breda en hare „bevolking gedurende een halve eeuw heeft verricht, „meenen wij, dat de tegenwoordige tijdsomstandigheden „niet geschikt zijn voor de toekenning eener subsidie „ten behoeve van de opgezette feestviering. „Gaarne zijn wij echter bereid om, indien de voor genomen feestviering verschoven wordt tot een ge- schikt tijdstip in den aanstaanden zomer, wanneer, „zooals wij hopen, betere dagen zullen zijn aangebro ken, daadwerkelijk blijk te geven van den wil, om Breda's Mannenkoor te steunen door het doen van „een voorstel tot toekenning van subsidie voor liet gou- „den jubelfeest. „Wij ziien ons derhalve genoopt, U thans voor te „stellen op het onderhavige adres afwijzend te be schikken." De heer ZIJLMANS wijst erop, dat het feest een unicum is en meent, dat het moeielijk gaat, om het feest een jaar te verdagen. Spreker zou daarom de ge vraagde subsidie wel willen toestaan. De heer VAN HULTEN zegt, dat hij voor Mannen koor zeer veel sympathie gevoelt. Spreker was dan ook naar de vergadering gekomen met het idéé om wat te

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 233