JU fyr 13 MAART 1915. 23 wet- deze De heer Fr. SMITS vraagt, of de verplichting be staat den nieuwen titularis op het minimum-salaris aan te stellen, wijl hij vreest, dat daarvoor geen ge schikt persoon zal te vinden zijn. De VOORZITTER antwoordt hierop, dat volgens de bestaande verordening de benoeming op het minimum salaris behoort te geschieden. In hoever daarvoor ge schikte sollicitanten zijn te krijgen, zal eerst blijken als de oproeping heeft plaats gehad. Zonder bedenking wordt alsnu besloten aan den heer J. Later het gevraagde ontslag eervol te verleenen met ingang van 15 April e.k. 9. Schrijven van burgemeester en wethouders, daar bij voorstellende, de bestaande regeling, betreffende den keuringsdienst van voedingsmiddelen en gebruiksartike len in deze gemeente opnieuw voor één jaar onder de bestaande voorwaarden te verlengen en de benoeming van den heer dr. A. V e r w e ij te Rotterdam tot directeur van dien keuringsdienst, wederom voor één jaar, ingaande 1 April 1915, te continueeren. Niemand der leden tegen dit voorstel eenige bedenking hebbende, wordt dienovereenkomstig besloten. 10. Schrijven van burgemeester en wethouders, daar bij, in verband met de door den Minister van B innen- landsche Zaken geopperde bedenkingen tegen de begroo ting der ambachtsschool voor het dienstjaar 1915, op grond dat op de staatsbegrooting voor dit jaar aan rijkssubsidie slechts is uitgetrokken een bedrag van f 5500.opnieuw ter vaststelling aanbiedende een gewijzigde begrooting voor het loopend dienstjaar, waar-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 23