20 November 1915.
Tegenwoordig de heeren: A. VAN BAVEL, A. J. M.
VAN IERSEL, L. J. STAAL, J. LIJDSMAN, J. M.
INGENHOUSZ, C. J. KLUFT, C. J. A. BROOS, C. L
STULEMEIJER, L. E. KEIJZER, J. J. L. TEYCHINÉ,
H. A. SASSEN, N. J. H. VAN GROENENDAEL, F.
C. J. VAN HULTEN, J. A. M. J. SMITS, A. C.
BOM. mr. P. M. J. E. BLOEMARTS en mr. W.
INGENHOUSZ, waarnemend burgemeester, voorzitter.
Afwezig de heeren: W. J. H. FEBER, J. B. M.
MERKELBACH VAN ENKHUIZEN, A. W. ZIJL
MANS en Jhr. mr. A. REIGERSMAN.
Voorzitter de heer mr. W. INGENHOUSZ, waar
nemend burgemeester.
Secretaris de heer IJ. H. JONKERGOUW.
De VOORZITTER, de vergadering geopend heb
bende, zegt, dat op hem als oudsten wethouder, en bij
ontstentenis van den burgemeester, de taak rust deze
vergadering voor tb zitten. Spreker zegt, dat de notulen
van het verhandelde in de vergadering van 9 October
j.l. overeenkomstig het bepaalde bij art. 8 van het
reglement van orde voor den gemeenteraad, ter inzage
voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in
afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden
alsnog voorlezing daarvan verlangt of eenige bemer
kingen daartegen in het midden heeit te brengen.
Dit niet het geval zijnde, worden de notulen
van voormelde vergadering goedgekeurd on
vastgesteld.