250 20 NOVEMBER 1915. waarbij in andere gevallen eene toelage werd toegekend De heer Blaeser ontving indertijd een toeslag op zijn pensioen en evenzoo de heer B e r n d e s. Het is dos volstrekt niets nieuws. Spreker steunt derhalve het voorstel van den heer Staal. De heer STAAL herinnert er nog aan, dat de vroe gere stadsomroeper, ofschoon hij nooit van gemeente wege is bezoldigd geweest, wel eene jaarlijksche toelage kreeg van f 100. De heer LIJDSMAN vraagt of er niet een middel te vinden is om den heer K a n n e m ans tegemoet te komen, door hem aan de ambachtsschool, waaraan hij nog als leeraar verbonden is, meerdere lesuren op te dragen. De VOORZITTER wil gaarne verklaren, dat de heer K a n n e in a n s was een trouw en goed ambtenaar, maar daar gaat het niet om. Persoonlijk zou spreker den heer Kannemans wel willen helpen, als er te helpen viel. Maar van. het geven van een toelage door de gemeente kan geen sprake zijn, omdat van de ge meente niet eene liefdadigheidsinrichting mag worden gemaakt. De voorbeelden, door de heeren van H u 11 e n en Staal aangehaald, zijn van geheel anderen aard en bewijzen op zich zelf niets. De heer Blaeser heeft de toelage ontvangen als een jubileumsgave, toen hij na een diensttijd van 50 jaar gepensionneerd werd. Hij had echter in dienst der gemeente kunnen blijven, zoolang hij verkoos. Ook met den heer Berndes was het een ander geval. De raad heeft goedgevonden hem te benoemen als adviseur van de commissie en als zoodanig geniet hij daarvoor eene toelage. Wat aan leiding is geweest tot het geven eener toelage aan den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 250