258
20' NOVEMBER 1915.
15. Adres van de besturen van verschillende drank-
bestrijdersvereenigingen in deze gemeente, verzoekende
verlaging van het maximum-aantal drankver gunningen.
Bij dit adres is gevoegd het volgend prae-advies van
burgemeester en wethouders
Ingekomen is het hierbij gevoegd adres van de be-
sturen van verschillende drankbestrijdersverieenigingen
„hier ter stede, verzoekende om, ingevolge art. 4, 2e
„lid, der drankwet aan Hare Majesteit de Koningin een
„voorstel te doen tot verlaging van het maximum van
„het aantal drankvergunningen in deze gemeente.
„Volgens art. 4 van gemelde wet mag het aantal ver
dunningen (logementsvergunningen daaronder niet oe-
grepen) in gemeenten met meer dan 20000 en ten hoog-
„ste 50000 zielen, niet meer bedragen dan 1 op 400
„inwoners.
„Voor Breda met eene bevolking van 27769 inwo-
„ners, bedraagt het maximum dus 69, terwijl op 1 M ;i
„dezes jaars het aantal vergunningen, die voor loge-
„menten uitgezonderd, in deze gemeente nog bedroeg 118.
„Ofschoon wij ten volle sympathiseeren met het stre
den der adresseerende vereenigingen om het drankmis -
„bruik zooveel mogelijk tegen te gaan en wij gaarne
„elk in ijl del willen te baat nemen, hetwelk strekken
„kan tot beperking van het drankgebruik, moeten wij
„tot ons leedwezen verklaren, dat verlaging van hei
„maximum, in verband met de bestaande wetsbepalin
gen, vooralsnog niet leiden kan tot inkrimping van
„het aantal drankgelegenheden.
„Wat toch is het geval.
„De drankwet huldigt het zoogenaamd uitstervings-
systeem, m.a.w. geene nieuwe vergunningen boven het
„vastgestelde maximum mogen worden verleend, tenzij
„in bijzondere gevallen in de wet genoemd, terwijl de
bestaande vergunningen telkens voor één jaar ver
lengd worden, indien het verschuldigde vergunnings-