1
13 MAART 1915. 25
„gateerde bedrag van f 50000.en de na uitkeering
„eventueel af te werpen renten door de gemeente wor
sten aangewend en besteed tot vernieuwing of restau
ratie van het stadhuis
b. „de gemeente moet binnen het hiervoorbedoeld
„tijdsbestek van tien jaren in de vestibule of voorhal
„van het stadhuis doen plaatsen een witmarmeren ge-
„denkplaat met den naam van wijlen den heer Oukoop.
„Wij hebben de eer u voor te stellen dit legaat te
„aanvaarden onder de daarbij gestelde voorwaarden en
„lasten en ons te machtigen het legateerde bedrag
„rentegevend te beleggen."
De VOORZITTER wenseht, alvorens over te gaan
tot het nemen van een besluit, een enkel woord in het
midden te brengen. Spreker behoort niet tot de bevoorrech
ten, die wijlen den heer Karei Oukoop persoonlijk
hebben gekend. Ook mevrouw Oukoop heeft spreker
nooit gekend. Maar toch heeft hij veel over den heer
Oukoop hooren spreken en hem steeds hooren roemen
als iemand, die èn als stadgenoot, èn als wethouder
veel voor de gemeente heeft gevoeld. Die liefde is thans
tot uiting gekomen door het legateeren aan de gemeente
Breda van de belangrijke som van f 50000.Spreker
twijfelt er niet aan of de nagedachtenis van den heer
en mevrouw Oukoop zal in dankbare herinnering bij
het nageslacht blijven voortleven. Spreker stelt voor
het legaat te aanvaarden en hoopt, dat het ertoe zal
bijdragen, om de vergaderingen van dezen raad in een
meer passende omgeving te kunnen houden.
Onder instemming der vergadering met het
gesprokene door den VOORZITTER, wordt
overeenkomstig diens vporstel besloten.