272 20 NOVEMBER 1915. Spreker heeft geen grens genoemd, omdat hij zulks aan burgemeester en wethouders wil overlaten en in de verwachting, dat zij dan wel van de limiet van f 16. zouden afstappen. Het groote verschil tusschen heide voorstellen bestaat ook in de n o o d z a k e 1 ij k h e i d van steun. Als burgemeester en wethouders gevolg ge ven aan punt 2 van sprekers voorstel, zal blijken wie den toeslag noodig heeft. Nu wordt wel gewezen op het voorbeeld van parti culiere werkgevers, maar er zijn particulieren, die oor logswinsten maken en dus best eenigen toeslag kunnen geven. Anderen doen het uit een oogpunt van liefda digheid. Ook is gewezen op de hoogere uurloonen bij particulieren, maar als men niet geregeld werk heeft, variëeren de loonen zeer. In Arnhem is door burgemeester en wethouders een voorstel gedaan, hetwelk ongeveer gelijkluidend is aan dat, door spreker thans ter tafel gebracht. Een algemeene toeslag is gelijk te stellen met eene algemeene loonsverliooging,_ Waar men niet weet, of men met een goeden of een slechten werkman te doen heeft en of wellicht naast den gewonen nood ook nog andere omstandigheden, b.v. ziektegevallen, het geven van een toeslag noodzakelijk maken, daar heeft spreker in zijn voorstel alles willen samenvatten en in het tweede deel daarvan tot burgemeester en wethou ders de uitnoodiging. gericht, om aan den raad eene nominatieve opgave over te leggen van allen, die vol gens het eerste gedeelte van het voorstel eene toelage noodig wordt geacht. De heer STULEMEIJEK is het niet eens met den heer van Iersel, dat het voorstel van den heer Smits zou zijn gelijk te stellen met dat van burge meester en wethouders. Het voorstel van den heer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 272