20 NOVEMBER 1915. 273
Smits blijft geheel in de lijm van de bestrijding van
het voorstel van burgemeester en wethouders.
Spreker is tegen het voorstel van den heer Smits
op theoretische en ook op practische gronden.
Allereerst op theoretische gronden.
De heer Smits begint met te erkennen, dat bij lage
loonen gebrek kan ontstaan en dat dan de gemeente
als werkgeefster plichten te vervullen heeft en bijzon
deren steun kan verleenen. Als dus uit een onderzoek
blijkt, dat er gebrek geleden wordt, mag steun worden
verleend, een aalmoes worden gegeven.
Volgens deze Manchestersche leer, die intusschen
reeds lang verouderd is, mag het loon zijn een zeker
bedrag, dat kan worden aangevuld met een aalmoes.
De katholieke leer is anders.
Paus Leo XIII heeft gezegd, dat het loon moet zijn
rechtvaardig en heeft verder uiteengezet, hoe hoog het
loon zijn moet.
Spreker wil door een enkel voorbeeld aantoonen, dat
de theorie, door den heer Smits opgezet,.verkeerd is.
Een zuinig levend gezin, met een wekelijksch inkomen
van f 12.—, zal geen armoede ten toon spreiden. Zoo'n
gezin zal dus geen steun krijgen. Een ander gezin met
een weekloon van f 15.dat niet zuinig is en er niets
om geeft om van de armoede te doen blijken, zal wel
steun ontvangen. Hieruit blijkt al het verkeerde van
de theorie.
Volgens de leer van Paus Leo XIII moet de werk
man hebben een familieloon, toereikend om in normale
omstandigheden van rond te komen. Als spreker ooit
voor loonsverhoogïng is geweest, dan is het toch nooit
bij hem opgekomen, om vooraf te onderzoeken of er
nood heerschte. Hij is steeds afgegaan op den algemee-
nen basis voor een normaal loon. Het zal toch zeker