20 NOVEMBER 1915. 279 en wethouders zou daarom zoo mooi werken, wijl het beoogt een bijslag te geven voor ieder kind. Wil men eerlijk zijn, dan zal men aan dit voorstel de voorkeur moeten geven boven dat van den heer Smits, omdat het automatisch werkt en de waarde van het gezin in stand houdt. De heer LIJDSMAN meent, dat men het algemeen er over eens is, dat het geven van een toeslag gewenscht is. "t Is alleen de vraag, welk voorstel de voorkeur ver dient. In verschillende gemeenten is reeds tot het ge ven van een duurtetoeslag besloten en ook vele parti culiere werkgevers hebben dat voorbeeld gevolgd. Men kan dus wel zeggen, dat de toestanden sedert de vorige vergadering zijn veranderd. Op grond van deze over wegingen en gehoord de verschillende sprekers, zal spreker thans, in afwijking van zijne houding in de vorige vergadering, stemmen voor het voorstel van bur gemeester en wethouders, indien dit opnieuw in behan deling mocht komen. De heer VAN HULTEN wijst er nog opdait de heer Smits in aanmerking wil nemen de goede of slechte hoedanigheden van den werkman. Spreker vraagt ech ter, of de kinderen wel de dupe mogen worden van het meer of minder goed gedrag der ouders en of het den goeden geest onder de werklieden wel zou bevorderen als blijkt, dat steun verleend wordt aan werklieden, die armoede lijden tengevolge van hun minder goed gedrag. De heer SASSEN zegt, dat het voorstel van den heer Smits voor hem onaannemelijk is, op grond van het in te stellen onderzoek. Het huisgezin mag daar niet de dupe van worden. Maar ook de bezwaren tegen het voorstel van burgemeester en wethouders blijven Voor

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 279