10 DECEMBER 1915. 287 „bare aanbesteding van gemeentewerken en leveringen bij ons college steeds als regel heeft gegolden en „nog geldt. „Wanneer de aard van het werk in verband met „den termijn van oplevering zulks maar eenigszins „toelaat, geschiedt eene openbare aanbesteding. „Dit neemt intusschen niet weg, dat er omstandig heden kunnen zijn, en die gevallen doen zich inder- „daad wel eens voor, dat aan eene openbare aanbeste- „ding niet kan gedacht worden. Men denke slechts aan „werken van geringe beteekenis, aan spoedeischende „werken, aan leveringen van bepaalde materialen en „dergelijke. In die omstandigheden heeft de ondervin- hing geleerd, dat van eene openbare aanbesteding in „den regel geen heil te verwachten is. Maar ook dan „nog worden gewoonlijk onderhandsche prijsaanbiedin- „gen gevraagd bij zoodanige aannemers en leveran ciers van wie met grond kan worden verwacht, dat „zij het werk of de levering naar behooren zullen kun- „nen violbrengen. Dit geschiedt dan zonder dat de in schrijvers aan elkander bekend zijn, zoodat het hou- „den van ruggespraak hierbij is uitgesloten. „Wij hebben de ee,r U mitsdien voor te stellen, aan „adressanten mede te deelen, dat aan hun verzoek zoo- „veel mogelijk wordt gevolg gegeven." De VOORZITTER stelt dit punt aan de orde. De heer ZIJLMANS zegt, dat hem het prae-advies niet kan bevredigen. Als hij nagaat, welke werken in den laat,sten tijd in het openbaar werden aanbesteed, dan schijnt het hem toe, dat het meer en meer regel is geworden, om de gemeentewerken in eigen beheer uit te voeren of onderhands aan te besteden en dat openbare aanbesteding uitzondering is. Spreker vindt dit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 287