288 10 DECEMBER 1915. stelsel niet juist, omdat het leidt tot groote schade en willekeur. Wie beslist er, welke aannemers bij een onderhand- sche aanbesteding tot het doen van prijsaanbiedingen worden uitgenoodigd. Ware de bestrating van de Groote Markt en de Gin- nekenstraat indertijd openbaar aanbesteed, dan zou dat werk veel voordeeliger en vlugger zijn uitgevoerd. Het in eigen beheer uitvoeren van gemeentewerken kost veel geld en is niet altijd even doelmatig. Men lette slechts op het cementplaveisel van de verhoogde voet paden in de Nieuwe Ginnekenstraat en de Wilhelmina- straat. Het vernieuwen van de kaaimuren, welk werk in eigen beheer is uitgevoerd, zou bij aanbesteding heel wat voordeeliger zijn geweest. Aan spreker is inzage verstrekt van de correspon dentie door den aannemer V r i e n s met het dage- lijksch bestuur gevoerd. Hieruit blijkt, dat bij de uit voering van openbare werken willekeurig wordt ge handeld. Zelfs wordt de aannemer V r i e n s, als stad genoot, bij het doen van onderbandsche prijsaanbie dingen voor cementwerken, niet uitgenoodigd. Ook is spreker ter oore gekomen, dat aan den aan nemer der beschoeiing bij de suikerfabriek faciliteiten zijn verleend, doordat de bodem van de watersleuf 15 c.M. hooger is gelegd, dan in het bestek was aangegeven. Nu beweren burgemeester en wethouders wel, dat bij het vragen van onderhandsche prijsaanbiedingen het houden van ruggespraak is uitgesloten, doch aan spre ker zijn gevallen bekend, dat een gegadigde eene op roeping deed tot de mede-aannemers, om zoodoende tot een vergelijk te komen. Dus wel een bewijs, dat het houden van ruggespraak niet altijd is uitgesloten. Wat de conclusie van het prae-advies betreft, kan spreker zich daarmede in zooverre vereenigen, dat hij

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 288