10 DECEMBER 1915. 291 heer Z ij 1 m a n s doelt, begrijpt spreker niet, wat dit met deze zaak heeft uit te staan. Dat was eene open bare aanbesteding. Ruggespraak is altijd mogelijk. Maar als er 4 a 5 menschen worden aangeschreven, om onderhands prijs- aanbiedingen te doen en het niet bekend is, wie daar toe zijn uitgenoodigd, dan is de kans van ruggespraak toch zeker minder dan bij openbare besteding. Zoolang er nog aannemers zijn, die mededoen aan het zoogenaamde opzetsysteem, waartoe zeker 90 pro cent der aannemers behooren, is van openbare aanbe steding meestal geen heil te verwachten. Wat betreft het rapport, door den lieer L ij d s m a n bedoeld, is het spreker niet bekend, hoe het daarmede op dit oogenblik staat. Misschien is het nog in handen van den directeur, om daarover advies uit te brengen en mogelijk is het nog in portefeuille. In ieder geval zal worden nagegaan, waar het stuk berust. De heer STULEMEIJER had den heer Z ij 1 m a n s willen vragen, meer in bijzonderheden te treden, daar hij nu slechts in algemeenen zin gesproken heeift. Alleen het bestraten van de Groote Markt. Doch dat was een werk, dat zich uitteraard leent voor uitvoe ring in eigen beheer, omdat de keien het grootste be drag der kosten uitmaken en de groote moeilijkheid ge legen is in de keur der keien. Nu zal toch iedereen moeten toegeven., dat het eene prachtbestrating is, zooals men maar zelden ziet. Spre ker herinnert zich nog zeer goed, toen hij de begroo- ting van dit werk zag, dat hij zich afgevraagd heeft, hoe het mogelijk was, het werk voor dien prijs tot stand te brengen. Achteraf is echter gebleken, dat de directeur het voor die som heeft klaar gespeeld. Hoe de heer Z ij 1 m a n s ertoe komt, om eene open-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 291