van 10 DECEMBER 1915. 295 „onderhavige, daar zij inderdaad een doel nastreven, „dat tot groot nut van de geheele bevolking kan strek - „ken en de geestelijke ontwikkeling van velen kan „bevorderen. „Bij de bepaling van het nut voor en het vaststellen „van de mate van geestelijke ontwikkeling waarin de „bevolking voordeel trekt uit het bestaan der leeszalen „en bibliotheken in deze gemeente, moet worden „rekening gehouden met de levensbeschouwing der be volking, waarvoor zij werd opgericht. „En dan constateeren wij, dat 4/5 der bevolking tot „den R. K. godsdienst behoort en dit deel in verband „met de beginselen van dezen godsdienst op een R. K. „Openbare Leeszaal en Bibliotheek is aangewezen, ter wijl het overige deel vrij de openbare leeszaal en bi bliotheek bezoeken kan. „In de omstandigheid dat art. 2 der statuten der „vereenjging „R. K. Leesbibliotheek en Openbare Lees- „zaal" de bepaling bevat, dat de geschriften niet mo- „gen strijden tegen de beginselen van den R. K. gods dienst of Zadel eer, vinden wij geen aanleiding, eene „zoodanige beperking der lectuur te vinden, datdever- „eeniging niet meer zou werken in het algemeen be- „lang of aan haar doel, de geestelijke ontwikkeling der „bevoljkinlgi, zou te kort schieten integendeel i|s de be maling voor ons een waarborg te meer, dat wij als „overheid in deze gemeente met nog meer gerustheid „de vereeniging mogen subsidieeren. „Anderzijds zijn wij» van meening, dat geen invloed „van gemeentewege moet worden uitgeoefend, op de „lectuur welke door de vereeniging moet worden ter „lezing gelegd. „De verantwoording dienaangaande dient door de be sturen der respectieve vereenigingen te worden gedragen. „Blijkt het, om welke reden dan ook, dat steun van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 295