10 DECEMBER 1915. 803 leeszalen. Waar nu de regeering voorgaat in de sub- sidieering van leeszalen en zelfs eene aparte commissie van voorlichting heeft ingesteld, begrijpt spreker niet, waarom de gemeente haar steun zou moeten onthouden. Amersfoort heeft twee leeszalen, eene R. K. en eene neutrale. Beiden worden door het rijk en de gemeente gesubsidieerd en staan onder toezicht. Nu kan spreker van de regeering niet aannemen, dat zij iets tot alge meen nut zal verheffen, als zij meent, dat het niet zoo is. En zeker niet, als het confessioneelie vereenigin- gen geldt. De vraag, door wie de subsidie betaald wordt, is onverschillig. Het geld komt uit de gemeentekas, waar in alle belastingschuldigen bijdragen. Het is eene vraag, die bij dit onderwerp niet beantwoord behoeft te wor den. Godsdienst of politieke belijdenis hebben met deze subsidie niets te maken. De zienswijze van den heer T e y c h i n dat de ver- eeniging eerst moet trachten met eigen middelen rond te komen is het paard achter den wagen spannen. Elke vereeniging, die uit eigen middelen kan bestaan, komt niet om subsidie. Een tramwegonderneming b.v., die voldoende rente afwerpt komt ook niet om subsidie. Alleen in het begin, als zoo'n onderneming dikwijls met moeielijkheden te kampen heeft, ziet men wel eens, dat ze om steun komt vragen. De subsidie strekt dus tot dekking van het te kort. Als men zegt, dat eene leeszaal niet van openbaar belang is, moet men geen subsidie geven, anders wel. De vraag, hoe burgemeester en wethouders tot de verhouding van f 1000.— voor de eene en f350.voor de andere leeszaal zijn gekomen, wil spreker nog kort beantwoorden. Hierbij zijn tot grondslag genomen de cijfers van Amersfoort, welke door het Rijk zijn vast-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 303