304 10 DECEMBER 1915. gesteld. Burgemeester en wethouders zijn op dezelfde basis te werk gegaan. De beer BLOEMARTS zegt, dat hij zich na deze laatste toelichting wel met het voorstel vereenigen kan. De heer STULEMEIJER wenscht nog een enkel woord in het midden te brengen, omdat er gesproken is van censuur en van het niet openbaar zijn der R. K. leeszaal, Maar welke leeszaal is werkelijk onenbaar Blijkens het Dagblad van Noordbrabant werd de leeszaal in October bezocht door 3096 en in November door 3911 personen. Iedereen kan er komen. Wat wil dus de heer Z ij 1 in a n s met de bewering, dat de R. K. leeszaal niet openbaar is. Ook van censuur is geen sprake. De R. K. leeszaal geeft alle lectuur, die noodig is voor eene algomcenc ontwikkeling. Alleen worden geweerd die geschriften, welke strijdig zijn met de R. K. geloofs- en zedeleer. Spreker geeft voorlezing van hetgeen Philip H up per t schrijft over een door hem ingesteld onderzoek in eene zoogenaamde openbare leeszaal en waaruit blijkt, dat onder de 10000 boeken, waaruit de catalogus bestond, geen enkel katholiek boek te vinden was. Dit wijst er voldoende op, dat in eene zoogenaamde wer kelijke openbare leeszaal zelfs eene zeeir scherpe cen suur heerscht. De R. K. leeszaal waakt er alleen voor, dat niet alles, wat rijp en groen is, daar te vinden is. De heer ZIJLMANS twijfelt niet aan de juistheid der mededeelingen van den heer S t u 1 e m e ij e r, doch dat is nog geene reden voor de bewering, dat de R. K. leeszaal eene openbare leeszaal is, zelfs al zijn de statuten zoo ruim mogelijk. Eene R. K. leeszaal kan dat in beginsel niet zijn. Dat zal echter wel het geval

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 304