D 10 DECEMBER 1915. 329 agent, concierge en gemeenteboden) toont aan, dat de „kosten voor de centrale administratie in dat tienjarig „tijdvak niet gestegen zijn. In de laatste jaren zijnde „kosten zelfs nog iets lager geweest dan vroeger. „Hierbij mag tevens niet uit bet oog worden verlo- „ren, dat volgens de bestaande secretarie-verordening „(gemeenteblad no. 175) de secretarie-ambtenaren geen „bijbetrekkingen mogen bekleeden zonder vergunning „van ons college, dat zij geene nering of bedrijf mo- „gen uitoefenen en dat voor overwerk, Zondagsdienst „en dergelijke geene betaling hoegenaamd kan gevor derd worden. Hunne verantwoordelijkheid neemt steeds „toe en de eischen, die met betrekking tot de kennis „en bekwaamheid aan het ambt worden gesteld, wor den met den dag omvangrijker. „Hierin vooral meenen wij dan ook aanleiding te „hebben gevonden, om de jaarwedden van het secre tarie-personeel te brengen op een peil, waarop zij „redelijkerwijze thuis behooren, ook in verband met de „positie, welke die ambtenaren in de maatschappij in- „nemen. „Uit den mede hierbij overgelegden staat blijkt, welke „de financiëele gevolgen van de voorgestelde ontwerp verordening zullen zijn. Het hoogste bedrag zal ech ter nimmer worden bereikt. Op grond der ervaring „kan worden aangenomen, dat het hoogste bedrag voor „jaarwedden zich zal bewegen om de f 19500. „Eene artikelsgewijze toelichting van de verordening „achten wij verder overbodig. „Alleen wenschen wij nadrukkelijk de aandacht erop „te vestigen, dat de betrekkingen van bode en concierge „ten stadhuize in de toekomst niet meer vereenigd zul ten worden en dat de emolumenten voor den con- „eierge, voortvloeiende uit plechtige huwelijksvoltrek- „kingen en het gebruik van lokalen ten stadhuize door

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 329