330 10 DECEMBER 1915. lichamen, los van het gemeentebestuur, zullen ver- vallen. De tegenwoordige concierge zal die emolumen ten echter behouden." De VOORZITTER vraagt, of de raad zich met de ontwerp-verordening kan vereenigen. De heer VAN-GROENENDAEL geeft in overweging, om tegelijk met de secretarie-ambtenaren, ook de jaar wedden van de technische ambtenaren opnieuw te regelen. De VOORZITTER zegt, dat er nog een adres is ingekomen van de technische ambtenaren, welk adres straks bij de nagekomen stukken aan de orde wordt gesteld. De heer VAN GROENEND AEL zou daarom deze verordening willen aanhouden en tegelijk met bedoeld adres behandelen. De VOORZITTER zegt, dat burgemeester en wet houders zich ten sterkste tegen aanhouding verzetten. Zij achten deze salarisregeling zoo urgent en zoo bil lijk, dat zij geene concessie zullen doen ten opzichte van wie ook. Het voorstel van den heer VAN GROE NEND AEL wordt niet ondersteund, waarna de voorgestelde ontwerp-verordening zonder hoofdelijke stemming wordt aangenomen. 14. Begrooting van inkomsten en uitgaven van het burgerlijk armbesiuur voor het dienstjaar 1916, welke tegelijk met de gemeente-begrooting in de afdeelingen is onderzocht en tot geene opmerkingen heeft aanleiding gegeven. Zonder bedenking wordt gemelde begrooting goedgekeurd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 330