10 DECEMBER 1915.
335
De VOORZITTER antwoordt hierop, dat plannen tot
verbetering der grensregeling druk in bewerking zijn.
Indien de raad deskundige voorlichting wenscht bij de
plannen tot uitbreiding der gasfabriek, zullen burge
meester en wethouders daarvan notitie nemen. En wat
het bewonen der ambtswoning betreft, wijst spreker
erop, dat de directeur beweert, dat hij er woont. Alleen
zijne vrouw en kinderen wonen elders.
De heer ZIJLMANS vraagt, of de directeur dan zoo
onhandelbaar is. Spreker vindt het onverantwoordelijk,
dat een zoo groot bedrijf, als de gasfabriek, zoo vaak
zonder toezicht is en zou den directeur willen verplich
ten de woning te bewonen.
De VOORZITTER herhaalt, dat de directeur beweert,
dat hij er zelf woont. Als dit niet zoo is, dan doe men
burgemeester en wethouders maar een middel aan de
hand, om daarin verandering te brengen. Het gaat toch
bezwaarlijk om den directeur, evenals een jongen, bij
het oor te nemen en in de woning te stoppen.
De heer STULEMEIJER zegt, dat de directeur niet
den geheelen dag op de fabriek kan zijn. Het is hem
echter bekend, dat hij er verschillende malen op den
dag aanwezig is, zelfs des avonds om 10 a 12 uur.
Wat spreker persoonlijk betreft, zal hij er niet toe
medewerken, om den directeur te dwingen in de ambts
woning te wonen, als blijkt, dat het nadeelig is voor
de gezondheid van zijne vrouw en kinderen.
Spreker sluit zich verder aan bij de hulde aan het
vorig bestuur gebracht, doch meent er toch voor te
moeten waarschuwen, dat, als er later kosten ontstaan,
die het gevolg zijn van te hooge ramingen en waarop
spreker het vorig jaar gewezen heeft, dat die niet zul
len geschoven worden op den kop van het tegenwoor
dig college.