10 DECEMBER 1915.
337
De A7OORZITTER zegt, dat de zaak nader overwo
gen zal worden en is van meening, dat het niet bewo
nen van de ambtswoning de stad in de grootste moei
lijkheden zon kunnen brengen.
De heer VAN BAVEL zegt, dat het niet in zijne
bedoeling ligt aanmerking te maken op het beleid van
burgemeester en wethouders, doch hij meent goed te
doen, een enkel woord in het midden te brengen om
trent het hooren van vertegenwoordigers der vakver-
eenigingen bij het totstand komen van een arbeidscon
tract en werkliedenreglement.
Het spijt spreker uit het antwoord van burgemeester
en wethouders te moeten vernemen, dat de kwestie om
trent het hooren van vertegenwoordigers nog in hun
college moet besproken worden, ofschoon blijkens dat
anlwoord reeds verschillende ontwerp-regelingen vanaf
begin 1914 gereed' liggen en dus waarschijnlijk spoedig
den raad zullen hereiken.
Het hooren van vertegenwoordigers der vakvereeni-
gingen komt spreker zeer gewenscht voor.
Wat is toch in den regel het geval
Nauwelijks is zoo'n werkliedenreglement tot stand ge
komen, waarover de vakvereenigingen niet zijn ge
hoord, of reeds dadelijk bereiken den raad adressen
met verzoek om wijziging of aanvulling. Meestal zijn
het kleine wijzigingen, die reeds te voren tot oplos
sing gebracht hadden kunnen worden.
Is eene conferentie reeds daarom voor beide partijen
zeer nuttig, zij bevordert ook de goede verstandhou
ding tusschen werkgever en werknemer.
Een ontwerp-reglement ligt nu klaar en spreker zou
het ten zeerste betreuren, wanneer door burgemeester
en wethouders niet op prijs werd gesteld het oordeel
van de werkliedenorganisaties, die nagenoeg het ge-
heele personeel omvatten.