té 338 10 DECEMBER 1915. Gaarne zou spreker zien, dat bij bedoeld ontwerp het belang der werklieden zooveel mogelijk tot zijn recht kwam en dat hun ook eenige medezeggenschap werd aangeboden. In het werkliedenreglement zullen, worden bepaald de loonregeling, uitkeering bij ziekte, vrije Zondagen, verlofdagen en de rechtspositie, allemaal zaken, die voor de werklieden van het meeste belang zijn. Ook zal het noodig blijken, dat het werkliedenreglement vhn tijd tot tijd herziening behoeft in verband met ver anderde omstandigheden. Ten slotte wil spreker nog wijzen op het feit, dat met den directeur-generaal der posterijen en telegrafie eene dergelijke conferentie heeft plaats gehad op 8 October 1918 omtrent personeel-aangelegenheden, en dat de directeur-generaal, jhr. Al ting van Geusau, de bijeenkomst heeft gesloten met de mededeeling, dat deze wijze van werken hem uitstekend was bevallen en dat hij voornemens was op den ingeslagen weg voort te gaan. Spreker hoopt derhalve, dat burgemeester en wet houders, desnoods bij wijze van proef, deze handelwijze mogen volgen en de zaak in gunstige overweging mo gen nemen. I De VOORZITTER zegt, dat hij met belangstelling van de beschouwingen van den heer Van Bavel heeft kennis genomen, maar dat hij op het oogenblik niets anders zeggen kan, dan in het antwoord van bur gemeester en wethouders is vermeld. De heer VAN IERSEL heeft in de afdeelingen ge vraagd naar het in gebruik nemen der panden aan de Dwarsstraat en de wederopenstelling voor het verkeer van den Nijverheidsingel langs de gasfabriek. Men kan

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 338