Ij
10 DECEMBER 1915. 353
zelfs ten behoeve van den zieke, kunnen niet geschie
den. Vandaar, dat eene uitkeering van vol loon bij
ziekte gedurende een zekeren tijd hoogst noodzakelijk is.
Bovendien is nog in deze vergadering eene regeling
vastgesteld ten opzichte van het secretarie-personeel,
waarbij is bepaald, dat deze ambtenaren bij ziekte ge
durende een jaar hunne volle bezoldiging zullen hou
den. Hieruit trekt spreker de conclusie, dat zoowel de
raad als burgemeester en wethouders zich in -principe
voor behoud van het volle loon bij ziekte hebben uit
gesproken. Op grond hiervan stelt spreker de volgende
motie voor als overgangsmaatregel
,,De gemeenteraad, van oordeel, dat het gewenscht
,,is, dat aan gemeente-werklieden ingeval van ziekte
„gedurende eenigen tijd het volle loon wordt uitgekeerd;
„Verzoekt burgemeester en wethouders binnen den
„kortst mogelijken tijd eene wijziging omtrent uitkee-
,ring bij ziekte aan den raad voor te stellen, geldig tot
„de inwerkingtreding van het werklieden-reglement, en
„gaat over tot de orde van den dag."
De heer STULEMELJER moet erkennen, dat hij,
sinds hij wethouder is, heel wat milder gestemd is
over het college van burgemeester en wethouders.
Inderdaad kunnen burgemeester en wethouders niet
alles tegelijk doen. Het is een college, dat uit meerdere
personen is samengesteld en slechts op bepaalde dagen
vergadert. Als zij nu de toezegging doen, dat zij eene
zaak zullen onderzoeken, dan moet daaruit niet wor
den verstaan, dat zij- de zaak zullen laten rusten.
Wat was nu het geval Op 27 November wordt het
centraal rapport der afdeelingen vastgesteld en 5 dagen
later geven burgemeester en wethouders hun antwoord
daarop. Zij kunnen toch bezwaarlijk in dien korten tijd
aan alle wenschen voldoen door de noodige regelingen