10 DECEMBER 1915. 357 oordeelen. Wellicht ware het heter geweest, dat adres santen hadden afgewacht, wat er met de salarissen der secretarie-ambtenaren zou gebeuren, doch mogelijk is de indiening dier verordening voor adressanten reeds een sterk argument geweest, om te trachten, nu ook wat meer te krijgen. In ieder geval hoopt spreker, dat burgemeester en wethouders het adres in overweging zullen nemen en de billijkheid van het verzoek onder de oogen zullen willen zien. De heer STULEMEIJER zegt, dat het voorstel tot herziening van de salarissen der secretarie-ambtenaren is gegrond op de omstandigheid, dat tot zoodanige her ziening door burgemeester en wethouders reeds in 1914 in principe besloten was. De leeraren aan het gymna sium en de hoogere burgerschool en de onderwijzers bij het lager onderwijs waren voorgegaan en toen wa ren de secretarie-ambtenaren aan de beurt. De indie ning der ontwerp-verordening is toen door den inmid dels uitgebroken oorlog achterwege gebleven. Doordat in de afdeelingen er thans op aangedrongen is, hebben burgemeester en wethouders het voorstel thans aanhan gig gemaakt. Overigens zijn er verschillende aanvragen om sala- risverhooging ingekomen, doch burgemeester en wet houders hebben zich unaniem op het standpunt ge plaatst, om tijdens den duur van den oorlog geene sa larisherziening aan de orde te stellen. Verder wil spreker doen opmerken, dat de salaris- enkel woord ter verdediging in het midden te brengen, regeling van de technische ambtenaren dateert van 1912 en die van het secretarie-personeel van 1909. De heer BLOEMARTS is van meening, dat het ar gument, om tijdens den duur van den oorlog geene

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 357