A' 358 10 DECEMBER 1915. salarisverhooging voor te stellen, veel van zijn waarde verloren heeft en door de regeling van de salarissen der secretarie-ambtenaren feitelijk overboord is gegooid. Spreker wil hiermede niet te kennen geven, dat die verhooging niet billijk is, doch wenscht te articulee- ren, dat verhooging voor niemand is uitgesloten. Die het 't meest noodig heeft, moet het eerst geholpen wor den. Als burgemeester en wethouders zeggen, dat de tractementen van de technische ambtenaren te laag zijn, dan behoeft niets te weerhouden, om daarin verbetering te brengen. Spreker hoopt, dat burgemeester en wet houders daarnaar zullen handelen. De heer SASSEN is er vast van overtuigd, dat bur gemeester en wethouders salarisherziening zullen ter hand nemen, als zij dat noodig achten. Toch vindt spreker het optreden der technische ambtenaren af te keuren. De inhoud van het adres is ongepast en de inhoud van de memorie van toelichting nog ongepaster. Spreker veronderstelt, dat die ambtenaren geïnfluen ceerd zijn en daarom acht hii het noodig, dat daarte gen in den raad geprotesteerd wordt. De VOORZITTER sluit zich bij dit protest ten volle aan. De raad, als overheid, dient toch allereerst door zijne ambtenaren erkend en gekend te worden. Nog zeer kort geleden is op een verzoek om salarisverhoo ging van de technische ambtenaren afwijzend beschikt en nu gaat het toch niet aan, om daartegen reactie te voeren op eene wijze, als thans geschiedt. De inhoud van het adres en voornamelijk de memorie van toe lichting zijn allesbehalve in behoorlijke termen opge steld. Daartegen dient een ernstig protest. Spreker stelt derhalve namens burgemeester en wethouders voor, het adres voor kennisgeving aan te nemen. De heer BLOEMARTS acht zich verplicht, nog een Jij? --

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 358