10 DECEMBER 1915.
359
Spreker geeft toe, dat de menschen niet handig zijn
geweest. Zij hadden wellicht beter gedaan eerst eens
bij burgemeester en wethouders te komen polsen. Dat
adressanten verkeerd hebben gehandeld, is nog geen
reden, om hun dat zoo zwaar aan te rekenen. Spreker
vindt het daarom niet gewenscht, het adres eenvoudig
ter zijde te leggen en meent, dat de raad te hoog staat,
om over den minder gelukkigen inhoud van een adres
te vallen.
De heer VAN BAVEL sluit zich aan bij den heer
Bloemarts en geeft daarom in overweging het
adres te verzenden naar burgemeester en wethouders
om prae-advies.
De VOORZITTER zegt, dat het niet gaat over den
goeden weg, die bewandeld had kunnen worden, maar
om de terminologie van het adres. De eer van burge
meester en wethouders en van den raad is bij dit adres
te veel uit het oog verloren. Wil de raad een prae-
advies, dan zal dit toch wel afwijzend luiden, omdat
door burgemeester en' wethouders reeds in principe
besloten is, geene salarisherzieningen tijdens den duur
van den oorlog ter hand te nemen.
De heer VAN HULTEN sluit zich aan bij het pro
test, maar acht het toch wel gewenscht, dat over het
adres een prae-advies wordt uitgebracht.
Zonder verdere bedenking wordt dienover
eenkomstig besloten.
De VOORZITTER sluit de openbare vergadering,
welke alsnu overgaat in eene met gesloten deuren.
De secretaris, De voorzitter,