13 December 1915. Tegenwoordig de heeren A. VAN BA VEL', A. J. M VAN IERSEL, L. .7. STAAL, J. LIJDSMAN, J. M. INGENHOUSZ, A. W. ZI.JLMANS, C. J. KLUFT, C. J. A. BROOS, C. L. STULEMEIJER, mr. W. INGEN HOUSZ, L. E. KEIJZER, jhr. mr. A. REIGERS MAN, H. A. SASSEN, N. J. II. VAN GROENEN- DAEL, F. C. J. VAN HULTEN, F. A. M. J. SMITS. A. C. BOM en mr. P. M. J. E. BLOEMARTS. Afwezig de heeren W. J. H. FEBER en J. J. L. TEYCHINÉ. Eéne vacature. Voorzitter de heer mr. E. O. J. M. BARON VAN HÖVELL TOT WESTERFLIER, burgemeester. Secretaris de heer H. H. JONKERGOUW. De vergadering wordt door den heer mr. W. IN GENHOUSZ, als oudsten wethouder, geopend, die er aan herinnert, dat deze vergadering is belegd tot instal latie van den nieuwbenoemden burgemeester dezer ge meente, den heer mr. E. O. J. M. baron van Hö- vell tot Westerflier. Spreker verzoekt den se cretaris voorlezing te doen van het Koninklijk besluit van 12 November 1915, no. 21, waarbij de heer mr. baron van Hövell tot Westerflier is benoemd tot burgemeester dezer gemeente en. van de desbetreffende verklaring van den heer Commissaris der Koningin in deze provincie, dat door den benoemde de vereischte eeden zijn afgelegd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 361