362 13 DECEMBER 1915.
Nadat hieraan is gevolg gegeven, houdt de lieer
mr. W. INGENIIOUSZ, van. zijn zetel opgestaan, de
volgende toespraak
Als wethouder onzer gemeente, de oudste in jaren, rust
op mij de plicht, doch zeer aangename taak u te instal-
leeren als burgemeester onzer goede stad Breda.
Vóórdat ik daartoe overga, wensch ik u namens de
bevolking der stad aan wier hoofd ge zult staan een
welgemeend en hartelijk welkom toe te roepen en u
onze beste gelukwenschen aan te bieden met de eervolle
betrekking, waartoe Hare Majesteit onze geëerbiedigde
en geliefde Koningin u heeft benoemd.
Ge gaat de leiding op u nemen van een welvarende
bloeiende en groeiende gemeente, die sinds een 40-tal
jaren bevrijd van de nauwomsluitende wallen, grach
ten, bastions en forten, gestadig en langzaam maar ze
ker zich heeft ontwikkeld en uitgebreid en aangepast
aan de behoeften en voorzieningen, die de steeds meer
'vooruitstrevende geest dezer eeuw van de gemeenschap
vordert, van éene gemeente, die niet rustig wenscht
neer te zitten bij het totstandgebrachte en verkregene,
maar die krachtig in hare bevolking steeds wil vooruit
komen en verbeteren, waar misstanden zijn, eene ge
meente, die de krachten opeischt van alle burgers, maar
inzonderheid van hen, die door het vertrouwen dier
burgers geplaatst zijn aan haar hoofd en belast zijn
met haar bestuur.
Ge zult Jbij het aanvaarden van .uw bestuur reeds
dadelijk bemerken, dat een goed organiseerend talent
de verschillende takken van. dienst uitstekend heeft ge
regeld en de verschillende verplichtingen en werkzaam
heden van het personeel in tal van verordeningen heeft
vastgelegd en omschreven tengevolge waarvan de ge
regelde en onafgebroken afdoening van zaken verze
kerd zijn de financiën zult ge in goeden staat bevinden.