13 DECEMBER 1915. 363 Dit heeft onze goede gemeente in hoofdzaak te dan ken aan de energieke leiding en groote werkkracht van uwen ambtsvoorganger mr. E. P. van Lanschot, wiens groote hoedanigheden als burgemeester ik in de raadszitting van 9 October 1.1. bij mijn afscheidswoord aan hem, herdacht en die ik toen formuleerde in de navolgende korte bewoordingen ,,van inr. van Lan schot kan naar waarheid getuigd worden, dat hij den tijd, dien hij aan het hoofd onzer gemeente heeft gesiijaan, niet in ledigheid heeft doorgebracht. Met volle toewij ding, onverflauwden ijver, groote wilskracht en gron dig doorzicht heeft hij zijn geheelen persoon gegeven om Breda tot den hoogsten bloei te brengen. Moge hij al niet in de geheele lijn daarin zijn geslaagd, dan toch zeker voor een groot deel. Wie Breda kende in zijn uiterlijk aanzien, in de administratie, in zijn bedrijven, zal moeten erkennen, dat er veel, zeer veel onder zijne leiding is tot stand gekomen. Het ligt niet in mijne be doeling een opsomming te geven van al hetgeen in dat achtjarig tijdperk onder de kundige en bekwame leiding van den heer Van Lanschot is gewrocht, maar wel wil ik er de aandacht op vestigen, dat hij, uitste kend financier als hij is, dat alles heeft weten tot stand ie brengen zonder verhooging van lasten." Hare Majesteit heeft u uitgekozen om hem op te vol gen en voort te zetten wat hij onvoltooid achterliet. De Almachtige schenke u de noodige kracht en wijsheid en volharding om de zware taak, door u opgenomen, tot uw eigen voldoening en tot geluk uwer gemeente te volbrengen. Ge komt hier, mijnheer van Hövell tot Wes ter f 1 i e r, als een vreemdeling in Jerusalem gij kent ons nog niet, wij u evenmin. Neen, dit laatste is niet juist de snelvoetige faam bracht ons reeds een beeld van uwen handel en wandel uit uwe vroegere

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 363