•*64 13 DECEMBER 1915.
standplaats Culemborg en schetste u ons als een edel
man in den waren zin des woords, als een eerlijk en
trouw de plichten vervullend man. die mensch en ambt u
opleggen, als werkzaam en doortastend, en handelend
zonder aanzien des persoons, volgens de regelen die
een goede en hooge levensopvatting voorschrijven.
Heeft de faam ons een juist beeld van u gegeven en
we hebben niet de minste reden daaraan te twijfelen,
dan zult ge de rechte man op de rechte plaats blijken
te zijn en kan Breda zich met haar nieuw hoofd van
harte gelukwenschen. Ce bezit dan de noodige eigen
schappen om het werk uwer voorgangers voort te zet
ten waarbij u de raad en de wethouders als trouwe
medewerkers en helpers ter zijde zullen staan.
Ik eindig, waarmede ik begon. Een hartelijken wel-
gemeenden gelukwensch breng ik u namens den raad
en de inwoners dezer gemeente en spreek daarbij de
hoop uit dat het u gegeven moge zijn een reeks van
jaren als burgemeester onder Gods onmisbaren zegen,
werkzaam te zijn, met onverflauwden ijver en stoere
werkkracht, tot uw eigen voldoening en tevredenheid
maar niet het minst, tot bevordering van den groei,
den bloei en het geluk van ons geliefd Breda.
En hiermede verklaar ik u, mr. E. O. J.M.B a r o n
van Hö veil tot Westerflier, onder over
gave van de insignia uwer waardigheid, geïnstalleerd
als burgemeester van Breda.
De BURGEMEESTER, hierop het voorzitterschap
aanvaardende, houdt alsnu de volgende toespraak
Mijne Heeren,
Nu ik voor 't eerst het groote voorrecht geniet na
mijne benoeming tot burgemeester der gemeente Breda,
omhangen met den ambtsketen in uwe vergadering het
woord te voeren, zij het mij vergund allereerst uiting