13 DECEMBER 1915.
367
zijn Moge zij in kracht toenemen naar mate wij el
kander beter zullen leeren kennen en waardeeren.
M. H. Evenals gij, heb ook ik met, eede bevestigd,
dat ik de belangen dezer gemeente met al mijn vermo
gen zou voorstaan en bevorderen.
Met dien eed voor oogen en doordrongen van het
gewicht en zijn inhoud, zal het doel van mijn arbeid
hier zijn door daden te toonen dat ik de belangen van
deze gemeente en van de geheele burgerij met al mijn
krachten wil dienen.
M. H. Ik hoop, dat mij1 de kracht gegeven zal zijn,
uwe vergaderingen ordelijk te leiden met inachtneming
van eene strikte onpartijdigheid. Dat ieders meening
tot haar recht kome, daartoe wil ik gaarne het mijne
bijdragen.
M. H. "Wethouders, het zij mij vergund in het bij
zonder op uw steun en voorlichting een beroep te doen.
Bij ervaring weet ik maar al te goed hoeveel daaraan
voor een burgemeester gelegen is. Waar gij mij van
het eerste oogenblik mijner benoeming met groote har
telijkheid hebt bejegend, daar meen ik met recht te
mogen vertrouwen, dat ik ook in de toekomst op u mag
rekenen en dat gij mij met uwe kennis en ervaring ter
zijde zult willen staan. Het is mijn vurige wensch, dat
wij steeds op een aangename wijze zullen mogen sa
menwerken.
Ten slotte moge ik nog de hoop uitspreken, dat alle
ambtenaren, beambten en bedienden dezer gemeente mij
hun krachtigen steun zullen verleenen en door een
trouwe plichtsbetrachting mij bij de vervulling van mijn
taak zullen ter zijde staan.
In het bijzonder doe ik op u, mijnheer de secretaris,
een beroep. Ten zeerste hoop ik dat ik u steeds bereid
zal .vinden mij ter zijde te staan met uwe rijke kennis
en ervaring op het gebied der gemeente-administratie.