382
30 DECEMBER 1915.
De heer TEYCHINÉ zegt, dat hij reeds 28 jaren
lid van die commissie is geweest. Na hetgeen er in den
laatsten tijd is voorgevallen, acht spreker het ge-
wenscht, dat anderen in die commissie worden benoemd.
De heer SASSEN staat er verbaasd van, dat de
leden hunne functie willen neerleggen. Gedurende den
tijd, dat spreker wethouder is geweest en als zoodanig
met de commissie heeft samengewerkt, is er nooit iets
voorgevallen, dat de aftredenden zou kunnen nopen,
niet voor eene herbenoeming in aanmerking te komen.
Integendeel, de commissie werd steeds in alles gekend.
Spreker zou het derhalve ten zeerste betreuren, dat de
commissie hare taak neerlegde, 't Is eene betrekking
om jaloersch op te zijn.
De heer LIJDSMAN geeft in overweging tot stem
ming over te gaan, dan zal het gevoelen van den raad
het spoedigst blijken.
Tot stemming overgaande blijkt, dat zijn uitgebracht
19 stemmen, waarvan op de heeren F. A. M. J.
Smits 10, L. J. Staal 10, C. J. A. Broos 9,
J. J. L. Teychiné 7, A. J. M. van I e r s e 1 5,
H. A. Sassen 4, C. J. Kluft 1, C. L. Stule-
m e ij e r 1, A. W. Z ij 1 m a n s 1, A. van B a v e 1
1 en F. C. J. van Hullen 1 stemmen, terwijl 1
briefje in blanco werd ingeleverd.
Zoodat tot leden van gemelde commissie
zijn benoemd de heeren F. A. M. J. Smits
en L. J. Staal, terwijl ten behoeve van het
derde lid eene nieuwe vrije stemming moet
plaats hebben.
Op de desbetreffende vraag des VOORZITTERS ver
klaart de heer SMITS, dat hij wegens drukke werk
zaamheden de functie onmogelijk kan aanvaarden, zoo-
