30 DECEMBER 1915. 383 dat hij in overweging geeft iemand anders in zijne plaats te benoemen. De VOORZITTER meent, dat het moeielijk gaat voor de functie te bedanken, nu de raad zich reeds uitgesproken heeft. De heer SMITS wijst erop, dat dan ook de v'raag niet behoeft te worden gesteld, of iemand de benoe ming aanneemt. Spreker zegt, dat hij reeds lang voor nemens was voor de functie te bedanken en nu er leden zijn, die er jaloersch op zijn, acht spreker het tijdstip thans geschikt om heen te gaan. De heer STAAL sluit zich geheel aan bij den heer Smits en is ook niet van plan langer de functie te blijven waarnemen. De heer SASSEN meent, dat het moeielijk is om iemand te dwingen het lidmaatschap eener raadscom missie te aanvaarden. De heer mr. W. INGENHOUSZ zal er zich niet over uitlaten, in hoever een raadslid al of niet verplicht is, het lidmaatschap eener commissie te aanvaarden. Indertijd heeft echter de heer van Huiten verzocln om van de functie van lid der bankcommissie te wor den ontheven. De raad heeft toen een ander benoemd. In het algemeen keurt spreker het echter af, dat een raadslid voor eene hem opgedragen functie bedankt, enkel omdat hij opziet tegen de moeite. Alsnu wordt overgegaan tot eene nieuwe vrije stem ming, waaruit blijkt, dat zijn uitgebracht 19 stemmen, waarvan op deheeren Sassen 13, Broos 12, van Iersel 9, van Bavel 5, van Groenendael 4, van Hult e n 2, L ij d s m a n 2, Z ij 1 m a n s 2, Staal 1, Smits 1, Reigersman 1, K e ij z e r

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 383