392 30 DECEMBER 1915. De heer VAN HULTEN kan niet aannemen, <lat een belanghebbende aan zijne tegenpartij de stukken in han den zal spelen. De publicatie moet dus van eene andere zijde komen. De VOORZITTER wijst erop, dat deze kwestie thans niet ter sprake kan worden gebracht. De lieer F. SMITS vraagt, of deze zaak later nog in den raad komt. De VOORZITTER antwoordt hierop bevestigend. Er is eene aanvrage om ontheffing van art. 14 der bouw verordening, welke nog bij burgemeester en wethou ders in behandeling is. Zonder verdere bedenking wordt alsnu be sloten overeenkomstig liet voorstel des VOOR ZITTERS. 29. Adres van den heer E. J. J a n s e n s te Breda daarbij' verzoekende hem nog heden toestemming te wil len verleenen tot verbouwing van het pand aan de Groote Markt no. 28, overeenkomstig de reeds vroeger door hem ingezonden plannen. De VOORZITTER zegt, dat de zaak in de eerstvol gende vergadering aan de orde zal worden gesteld en geeft derhalve in overweging dit adres voor kennisge ving aan te nemen Dienovereenkomstig wordt besloten. 30. Schrijven van het bestuur van het Tijdelijk ge meentelijk Werkloozenfonds alhier, daarbij in herinnering brengende, dat bij raadsbesluit van 14 Juli j.l. de duur van het Tijdelijk gemeentelijk Werkloozenfonds is rlergd tot 1 Januari 1916, zoodat thans wederom een besluit noodig is in zake al of niet-verlenging.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 392