394 30 DECEMBER 1915. opgenomen. De gemeente heeft daarvan gebruik gemaakt en de kolen eerst gekocht nadat de analyse van het door de gemeente uit het schip te nemen monster goed bevonden was. Het rapport van deze analyse spreekt van geen broeien en men heeft dergelijke kolen verder niet meer aan dien prijs kunnen koopen. Wat wil men nu toch met dat onderzoek vraagt spreker. Men moet toch niet vergeten, dat, als er iets aan die kolen haperde, het toenmalige dagelijksch be stuur en de gascommissie daarvoor aansprakelijk zou den zijn, daar die de volle gelegenheid gehad hebben te keuren vóór ze kochten en die verantwoordelijk zijn, dat er geen behoorlijke kolenbergplaatsen aan de gas fabriek zijn. De gascommissie heeft waarschijnlijk gevoeld, dat ze in de klem raakte, te meer, daar zij toch vooral niet ruiterlijk wou rapporteeren, dat zelfs drie maanden, nadat de kolen in zeer ongunstigen toestand opgeslagen waren, de analyse uitwees, dat de kolen goed waren. Dat mocht vooral niet gezegd worden, want dat zou een einde maken aan die verdachtmakende praatjes, die zoo succesvol gelanceerd zijn. Dus draait er de com missie om heen en zegt, dat zij geen rapport heeft kunnen uitbrengen omdat de heer Teychiné zich van zijne taak, om een monster te nemen voor schei kundig onderzoek, niet heeft kunnen kwijten zooals de commissie dat noodig oordeelde. Maar bij de stukken ligt toch een rapport van de heer en Asselbergs en Nachenius over schei kundig onderzoek, gedateerd 22 October 1915, oVer een monster kolen, genomen op aanwijzing van de heeren Teychiné en Van Veen en verzegeld. Dit rapport geeft aan: water 7.45 pet., asch 7.35 pet., vluchtstoffen 34.89 pet. en aanteekening goede kolen. De eenige taak aan den heer Teychiné door de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 394