30 DECEMBER 1915.
397
de heer Z ij 1 m a n s daarop niet gewezen en ook hier
van een onderzoek gevraagd
Spreker wijst verder op de gebrekkige opslagplaats
voor steenkolen bij de gasfabriek. Geen enkele maat
schappij wil de kolen verzekeren, omdat ze in de open
lucht opgeslagen blijven. Spreker noemt verder ver
schillende redenen op, waarom de opslagplaats
niet deugt.
De VOORZITTER wijst erop, dat dit punt thans
niet aan de orde is.
De heer BROOS zegt, dat hij alleen nog maar wil
vragen om overlegging van bet rapport omtrent de
kolen van de Onderlinge kolen-reserve-maatschappij.
De heer Mr. W. INGENHOUSZ meent, dat de de
batten den verkeerden kant uitgaan. Spreker heeft den
heer Van Iersel gehoord, ziedende van toorn,
waarbij allerlei beschuldigingen werden geuit aan het
adres van burgemeester en wethouders en de gascom-
missie. Spreker acht zich veel te hoogstaande om op
dergelijke woorden in te gaan, maar hij moet toch
protesteeren tegen de wijze, waarop de hesr Van
Iersel zich over die colleges, waarvan de leden
altijd hun best hebben gedaan voor de gemeente, heeft
uitgelaten.
Overigens vindt spreker geen reden om boos te wor
den. De heer Z ij 1 m a n s heeft inlichtingen gevraagd;
die inlichtingen zijn verstrekt en daaruit blijkt, dat de
kolen goed zijn. Waarom moet men zich dan nog op
winden. We verheugen ons over het resultaat en. daar
mede is de zaak uit.
De heer ZIJLMANS zegt, dat het motief, waarom
hij inlichtingen over den broei der kolen heeft gevraagd,