ftl/Ls
30 JANUARI 1915.
3
„Al moge nu het afgeloopen jaar voor ons vader
„land een vrij gunstig verloop hebben gehad, laat ons
„daarom niet denken, dat alle leed is geleden. Nie
mand weet, welk leed ons nog te wachten staat. Nie-
„mand ook kan zeggen, of ons land nog niet zal be
srokken worden in den afschuwelijken wereldkrijg.
„Daarom herhaal ik hier de woorden, op 1 Augustus
„gesproken, laat ons het hoofd koel houden en ieder
„in zijn werkkring doen, wat plicht is.
„Als dat gebeurt, kan 1915 voor ons misschien nog
„een vrij goed jaar worden. En laten we hopen dat aan
„dit droevige treurspel, waarin Europa thans is ge-
„wikkeld, spoedig een einde komt, dan kan 1915 ook
„voor ons land mogelijk nog een goed jaar zijn.
„Ik wil eindigen met u allen een gelukkig nieuw
jaar toe te wenschen, zoowel voor u zelf als voor
„uwe gezinnen."
De vergadering betuigt hare instemming met
het gesprokene door den VOORZITTER.
De heer SLECHTRIEM, als oudste raadslid alsnu
het woord gevraagd en verkregen hebbende, zegt het
volgende
„Mijnheer de voorzitter. Het zij mij vergund een
„enkel woord tot u te richten.
„Namens de leden van dezen raad dank ik u voor
„uwe mededeelingen omtrent datgene, wat door den
„raad in het afgeloopen jaar is tot stand gebracht en
„wat in de toekomst zal moeten behandeld worden.
„Ik meen tevens in naam van allen te spreken door
„u dank te zeggen voor uwe goede wenschen, in de
„hoop, dat 1915 ook voor u en uwe familie een jaar
„van geluk en voorspoed moge zijn.
„Aan u, als hoofd der gemeente, is vooral in deze
„ernstige tijden eene moeilijke en veelomvattende taak