30 DECEMBER 1915. 403 „waarin, naar zijne meening, door het raadslid, den „heer C. L. Stulemeijer, aan aannemingen en „leveringen ten behoeve van de gemeente is deel- „genomen, reeds had aangevangen, werd haar door „den adressant schriftelijk medegedeeld (zie bijlage A), „dat hij met de in zijn adres vermelde „nog meerdere „gevallen," op het oog heeft gehad leveringen van „cement en grint, welke uit het pakhuis van de N. Y. Industriëele Maatschappij van F. J. Stulemeijer J& Co. aan de gemeente zijn geleverd. „Uwe Commissie heeft gemeend te handelen overeen komstig de strekking van de haar door Uwen Raad „gegeven opdracht, door haar onderzoek ook tot deze „nader gepreciseerde feiten uit te strekken. „Door de Commissie zijn, ten einde de feiten tot „klaarheid te brengen, gehoord, behalve de heer S t u- „lemeijer voornoemd, de heeren van Veen, di recteur der openbare werken en bedrijven, Clerx, „destijds tijdelijk opzichter der openbare werken, G. S. „B o s, aannemer te Utrecht, C. B. Mol s, boekhouder „der voornoemde Naamlooze Yennootschap, Mr. W. „IngenHousz wethouder, H. A. Sassen, oud- wethouder, en H. II. J o n k e r g o u w, gemeente secretaris. „Het verslag van het vterhoor dier heeren en de aan „de Commissie verstrekte schriftelijke mededeelingen „worden als bijlagen B-F bij dit rapport overgelegd. „Door het onderzoek is komen vast te staan „lo. dat de N. V. voornoemd in het jaar 1914 van „de heeren van Vuuren te Soest en Bos te „Utrecht, die bij publieke aanbesteding door de gemeente „aannemers waren geworden van „het maken van be schoeiingen langs de rivier de Mark aan de Jan van „Polanenkade en tegenover de Suikerfabriek en het „maken van remmingwerken bij de Gasbrug en de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 403