lo. Moet de toestand van anarchie, welke geschapen is aan den Nijverheidsingel en Middellaan door deN.V. Ned. Groenten- en Vruchtendrogerij te Breda, waarvan de heer S t u 1 e m e ij e r (de wethouder) de leidende aandeelhouder is, stilzwijgend door blijven gaan en 2o. Is er proces-verbaal opgemaakt van de verschil lende overtredingen, waaraan de N. V. Ned. Groenten- en Vruchtendrogerij zich heeft schuldig gemaakt zoo neen, waarom heeft de daartoe aangewezen ambtenaar dit dan niet gedaan De VOORZITTER antwoordt hierop, dat, wat de eerste vraag betreft, hij daarover thans geen inlichtingen kan geven en, wat de tweede vraag aangaat, dit eene zaak is, die bij het hoofd van politie thuis behoort, waaromtrent hij geene inlichtingen behoeft te geven. De heer ZIJLMANS meent toch, dat het geldt de toepassing van de bouwverordening. De heer mr. W. INGENHOUSZ wijst erop, dat de burgemeester als hoofd van politie, voor zijne daden geen verantwoording schuldig is aan een lid van den raad. De VOORZITTER zegt, dat hij in eene volgende vergadering gaarne bereid is op de/gootoldo vragen te antwoorden. De VOORZITTER sluit alsnu de vergadering. De voorzitter, De secretaris,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1915 | | pagina 426